“Het hoogtepunt van de opera zijn twee aria’s van Aci, vlak nadat deze tot rivier is geworden. De eerste, de melancholische aria “Alto Giove”, was een speerpunt in de film Farinelli en is daarmee ook het bekendste stuk uit de verder onbekende opera. Hierop volgt een indrukwekkende bravoure-aria “Senti il fato”. De in de NTR matinee regelmatig terugkerende countertenor Franco Fagioli imponeerde in deze twee huzarenstukken die Farinelli te berde moest brengen. Mooi ingetogen in de eerste en vol bravoure in de tweede. Fagioli heeft de beschikking over een zeer krachtige stem, die mij van alle countertenoren het meeste doet denken aan de enige castraat die ooit iets op de plaat heeft gezet, de Italiaan Alessandro Moreschi.”